Te anticiperen betekenis

anticiperen werkw. Afbreekpatroon: an - ti - ci - pe - ren Vervoegingen: anticipeerde () Vervoegingen: geanticipeerd () vooruit lopen op en herkennen van situaties en verhoudingen Voorbeelden: 'Bij het anticiperen gaat het er om vooraf rekening te houden met wat er kan gebeuren.', 'Als je niet anticipeert tijdens econo. anticiperen verwijst naar het voorbereiden op wat er komen gaat, of het verwachten van iets dat in de toekomst zal gebeuren. Als je anticipeert op iets, probeer je het te voorspellen of te begrijpen zodat je daarop kunt reageren.
Te anticiperen betekenis Betekenis: anticiperen betekent situaties goed inschatten en ontwikkelingen aan zien komen voordat ze gebeuren. Voorbeeld: iemand die goed is in anticiperen denkt vooruit en neemt op tijd actie voordat er iets gebeurt, niet achteraf.
te anticiperen betekenis

Vooruitlopen

vooruitlopen n: main clause subordinate clause; present tense past tense present tense past tense; 1st person. uit·lo·pen Vervoegingen: liep vooruit ( enkelv.) Vervoegingen: heeft vooruitgelopen () als eerste of voor anderen lopen Voorbeeld: 'Loop jij maar vooruit want wij weten niet welke richting we uit moeten.' Synoniem: vooroplopen Synoniemen. Vooruitlopen De Commissie kan amendement 8 weliswaar inhoudelijk ondersteunen, maar dit zou vooruitlopen op de tussentijdse evaluatie en dat lijkt ons niet zinvol. The Commission agrees with the content of Amendment No 8, although it would forestall the mid-term review, and that does not seem sensible.
vooruitlopen

Voorspellen

voorspellen - English translation of voorspellen from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. voorspellen: voor te spellen: toekomend: zullen voorspellen voor zullen spellen: te zullen voorspellen voor te zullen spellen: voltooid: tegenwoordig: hebben voorgespeld: te hebben voorgespeld: toekomend: voorgespeld zullen hebben: voorgespeld te zullen hebben: onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord gebiedende wijs aanvoegende wijs. Voorspellen voorspellen: gerund: voorspellen n: present tense past tense; 1st person.
voorspellen

Reageren

REAGEREN - English translation of REAGEREN from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. Find all translations of reageren in English like respond, react, retroact and many others.
  • Reageren reageren: gerund: reageren n: present tense past tense; 1st person.
  • reageren

    Voorbereiden

    (Translation of voorbereiden from the PASSWORD Dutch–English Dictionary © K Dictionaries Ltd). Zoek de vertaling van het werkwoord voorbereiden in het Engels, met voorbeelden, synoniemen en samengestelde woorden. Bekijk ook de forumdiscussies en de machinevertaling van Google Translate. Voorbereiden See more translations and examples in context for "voorbereiden" or search for more phrases including "voorbereiden": "voorbereiden voor", "kunnen voorbereiden" voorbereiden vt.
    voorbereiden